Prognose leners 2030
15 jaar SMB-GfK-consumentenonderzoek
In 2018 maakte KVB Boekwerk in samenwerking met Frank Huysmans van bureau WareKennis een prognose over de ontwikkelingen van het lees-, koop- en leengedrag van de Nederlanders tot 2025. Dit deden we op basis van 10 jaar SMB-GfK-consumentenonderzoeken. De consumentenonderzoeken die over leengedrag sinds 2012 worden uitgevoerd lieten destijds in het geheel een dalende trend in zowel het aandeel leners als de leenfrequentie zien en de prognose luidde dan ook: beide zullen richting 2025 nog verder dalen.
Nu, meer dan vijf jaar verder, zijn we toe aan een vervolgonderzoek. Inmiddels weten we dat het aandeel leners en de leenfrequentie zich positiever ontwikkelden dan de prognose in 2018 voorspelde. In dit artikel lees je hoe het leengedrag van de Nederlanders zich heeft ontwikkeld en in hoeverre dit overeenkomt met de eerder gemaakte prognose. Daarna maken we opnieuw de balans op: wie is de lener anno 2023?
Daarnaast stellen we een nieuwe prognose op in samenwerking met Frank Huysmans van bureau WareKennis: hoe zal het leengedrag eruitzien in 2030? Daarover lees je meer in het artikel Prognose leners 2030.
Om een overzichtelijke analyse te maken onderscheiden we vier typen leners: heavy, medium, light en niet-leners. We baseren ons hierbij op hoe vaak iemand boeken leent, niet op het aantal boeken. Het gaat om het lenen van papieren boeken, e-boeken en luisterboeken via de openbare (online) bibliotheek.
NB: het leengedrag wordt door GfK pas sinds 2012 bijgehouden en niet sinds 2009, zoals bij lees- en koopgedrag het geval is. Daarom wordt het leengedrag in 2023 in dit artikel met 2012 vergeleken (versus 2009 zoals bij kopen en lezen).
Tussen 2013 en 2018 nam de leenfrequentie iets af. Daarom verwachtten we in 2018 een verdere daling van het aandeel leners en de leenfrequentie. Deze prognose kunnen we nu afzetten tegen de gemeten werkelijkheid van 2019 tot en met 2023.
Wat blijkt uit consumentenonderzoek sinds 2018? IIn werkelijkheid bleef het aandeel leners ongeveer gelijk, evenals de leenfrequentie.
Hoe laat het model zich vergelijken met de metingen die sinds 2018 zijn gedaan? Gemiddeld onderschatte het model het aandeel leners op de Nederlandse bevolking met 5 procentpunten. De leenfrequentie werd ook onderschat door het model. Het aandeel medium en heavy leners lag in de metingen gemiddeld 5 procentpunten hoger dan in het model.
Toen we in 2018 een prognose maakten, wisten we niet dat er een coronapandemie zou komen, waardoor de bibliotheken zouden sluiten. Ook was Lucinda Riley nog niet zo groot en de opkomst van e-book- en luisterboekabonnementen begon pas net. Deze factoren en meer dragen bij aan het veranderde beeld.
De metingen die GfK in 2021 en 2022 uitvoerde vielen midden in de coronapandemie. We zagen destijds een afname van het aandeel leners in het totaal; de bibliotheken waren immers gesloten. Het aandeel van de heavy leners lag in de coronajaren ook iets lager dan in voorgaande jaren. Dit gegeven contrasteert met lees- en koopgedrag waaraan de coronajaren juist een verbetering ten opzichte van de voorspelde negatieve trend brachten. In coronatijd kon het (online) kopen van boeken namelijk doorgaan, maar voor het lenen van fysieke bibliotheekboeken was geen alternatief. In coronatijd is een deel van de leners van papieren boeken digitaal gaan lezen, boeken gaan kopen of gaan lenen van bekenden.
Wie is dan nu de lener anno 2023 – en wat is er veranderd sinds 2012? Om hier antwoord op te geven, hebben we gekeken naar verschillende socio-demografische groepen: leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en regio.
Uit dit onderzoek blijkt dat iemands geslacht, leeftijd en opleiding voorspellende waarde hebben als het gaat om leengedrag, evenals lees- en koopgedrag Onderstaande grafieken tonen de ontwikkeling van het leengedrag per socio-demografische groep.
Vrouwen zijn vaker leners dan mannen; dit beeld is onveranderd sinds 2012. In 2023 was 42% van de vrouwen een lener en 36% van de mannen. Ook lenen vrouwen vaker: 17% van de vrouwen is een heavy lener, versus 10% van de mannen. Net als dat zij meer lenen, lezen en kopen vrouwen ook vaker boeken.
De jongste leeftijdsgroep (14 tot 24 jaar) leent het vaakst boeken. Wanneer men tussen de 25 en 49 jaar is – de leeftijd waarop men over het algemeen jonge kinderen heeft – wordt er nog vrij frequent geleend. Het minst frequent leent de groep tussen 50 en 64 jaar, maar na de pensionering neemt de leenfrequentie weer toe. Leengedrag wijkt voor de verschillende leeftijdsgroepen af van lees- en koopgedrag: leesfrequentie stijgt met leeftijd; koopfrequentie daalt juist met leeftijd.
Er is ook een duidelijke samenhang zichtbaar tussen huishoudensgrootte en leenfrequentie. Hoe groter het huishouden, hoe frequenter er geleend wordt. Van de personen in een een- of tweepersoons huishouden is 30% een lener, bij een huishouden met drie personen of meer ligt dit percentage op 54%. Bij het lezen en kopen van boeken zien we deze samenhang niet.
Ook opleidingsniveau correleert met leengedrag. Hoe hoger opgeleid men is, hoe frequenter men leent. Leners zijn in het algemeen hoger opgeleid dan gemiddeld. In 2023 is 44% van de leners hoogopgeleid, versus 39% van de Nederlanders. Dezelfde correlatie zien we ook bij het lezen en kopen van boeken.
Tussen 2012 en 2023 is het socio-demografisch profiel van de leners nauwelijks veranderd. Alleen het opleidingsniveau is gestegen. In 2012 was 33% van de leners hoogopgeleid, in 2023 geldt dat voor 44% van de leners. Dit is in lijn met het gestegen opleidingsniveau in Nederland.
De heavy lener is vaker een vrouw, gemiddeld 51 jaar, hoger opgeleid dan de medium lener en vaker dan gemiddeld woonachtig in het noorden, oosten of zuiden van het land. Opvallend is dat dit profiel lijkt op dat van de heavy koper, met uitzondering van de woonplaats: heavy kopers wonen vaker in de grote steden of het westen van het land.
De medium lener is wat minder hoog opgeleid dan de heavy lener, maar wel hoger dan de gemiddelde Nederlander. Het aandeel vrouwen is iets kleiner dan bij heavy leners. Ze zijn ook jonger dan de heavy leners, namelijk gemiddeld 38 jaar. Ze wonen vaker in grote steden of het westen van het land dan de heavy lener. Een derde van de medium leners is jonger dan 25 jaar, dus zijn het vaker studenten of scholieren. De medium lener lijkt qua profiel erg op de medium koper.
De light lener is iets vaker man dan vrouw. Qua leeftijd zitten ze tussen medium en heavy leners in, namelijk gemiddeld 43 jaar. Ze zijn, net als de heavy en medium lener, hoger opgeleid dan gemiddeld.
In 2018 verwachtten we dat het aandeel leners zou gaan dalen en dat de leenfrequentie ook zou afnemen. Zowel het aandeel leners als de leenfrequentie bleef echter stabiel. De vraag is of dit zo blijft richting 2030. Wat we verwachten voor de komende zeven jaar lees je in het artikel Prognose leners 2030.
Wie meer wil weten over de leden van de bibliotheek kan op de website van de KB het Dashboard Bibliotheekleden bekijken of het artikel Leden van de openbare bibliotheek lezen.
15 jaar SMB-GfK-consumentenonderzoek
15 jaar SMB-GfK-consumentenonderzoek
15 jaar SMB-GfK-consumentenonderzoek