![](https://kvbboekwerk.nl/wp-content/uploads/2024/12/pexels-pixabay-415078-768x512.jpg)
Collectieve aanpak nodig voor duurzamere boekensector
Duurzaamheid in de boekensector: vorderingen en kansen
23 januari 2025
Tekst: Maarten Dessing
Foto’s: Bas van Hattum
Er is een collectieve inspanning nodig om het boekenvak te verduurzamen. Als partijen in de keten het ergens over eens zijn, is het daarover, bleek tijdens het jaarlijkse seminar van KVB Boekwerk. Toch blijft de vraag: wie neemt welk initiatief?
Om toekomstbestendig te worden, moeten alle partijen binnen de boekenbranche meer samenwerken. Lilian van Hove van bureau Keertij en Iris Grobben van Arcid Advies hadden het al geschreven in hun onderzoek naar duurzaamheid in de sector, dat eind vorig jaar verscheen. En ze herhaalden het nog maar eens in de volle zaal van de Rode Hoed in Amsterdam, waar zij het panelgesprek over dit thema met vaste hand leidden: individuele uitgeverijen of boekhandels zijn in hun eentje niet in staat de ecologische voetafdruk van ‘het boek’ te verminderen.
‘Ketensamenwerking vergt vertrouwen, visie, lef en ondernemerschap’, zeiden ze. Maar dat was niet bedoeld als waarschuwing. Want als buitenstaanders was het hen ook opgevallen dat het boekenvak een opvallend collectieve sector is. ‘Er wordt veel samengewerkt, misschien alleen nog niet op dit dossier.’ Daardoor kunnen de blokkades die verduurzaming in de weg staan, best worden opgeheven. ‘Duurzaamheid staat bij veel organisaties alleen in potlood op de agenda’, somden ze op. ‘Veel initiatieven hangen af van vrijwilligers. Activiteiten worden geïsoleerd uitgewerkt, er wordt weinig over gecommuniceerd. Ook de heilige huisjes van de sector staan transitie in de weg.’
Het panel gaf Van Hove en Grobben onmiddellijk gelijk. Eigenaar Myrthe Spiteri van uitgeverij Blossom Books, operationeel directeur William Schuring van drukkerij Wilco, managing director Thom Ringsma van printbedrijf Printforce, productmanager Margreet Kolen van distributeur CB en hoofd inkoper Jan Peter Prenger van Libris Blz., het samenwerkingsverband van een kleine 240 boekhandels – allemaal herhaalden ze, ieder in hun eigen woorden, dat meer samenwerking nodig is om stappen te zetten.
Vraag is alleen: wie doet wat? En wie neemt de leiding? Dat begon al bij de eerste stelling: bij wie ligt de primaire verantwoordelijkheid voor duurzame productie van boeken? Bij de drukker, zei uitgever Spiteri. Die moet voldoende duurzaam papier of milieuvriendelijke lijm op voorraad hebben en tegen een schappelijke prijs aanbieden om als uitgever daarvoor te kunnen kiezen. Bij de uitgever, zei drukker Schuring. Die moet de beslissing nemen om bijvoorbeeld wel of geen laminaat te gebruiken in het licht van de consequenties daarvan voor het risico op beschadiging.
Of moet de boekhandel daar misschien een rol in spelen, wierp Prenger de vraag op. ‘Wij krijgen weleens een omslag voorgelegd met de vraag of die zal werken in de boekhandel. Maar bij de inkoop kunnen wij alleen kiezen of we een boek wel of niet nemen. Er is voor één titel nooit de keuze voor een versie met of zonder laminaat. Anders zouden we kunnen zeggen: rot jij maar op met je vervuilende laminaat, dat komt er bij ons niet meer in.’
Hoe dan toch verder te komen? Ongeacht hoe dat precies wordt georganiseerd, is het noodzakelijk dat er meer kennis wordt verzameld én dat die meer wordt verspreid. ‘Het is niet echt onderwerp van gesprek tussen uitgevers’, zei Spiteri. ‘Je vraagt weleens: welke drukker gebruik jij? Welk papier? Verder gaat het nooit, omdat het uiteindelijk de productiemedewerkers zijn die precies weten wat de kosten en duurzaamheidseffecten van keuzes bij het ontwerp zijn – en díé kom ik niet tegen op borrels. Alleen op seminars die de Mediafederatie over duurzaamheid organiseert bijvoorbeeld.’
De kennis is er wel. Het boek ís immers al erg duurzaam, beweerde Schuring stellig. Niet alleen in relatie tot andere producten die het milieu meer belasten, ook in vergelijking met het verleden. Papier wordt veel gerecycled, er wordt steeds meer FSC-gecertificeerd papier gebruikt, bedrijven als zijn eigen Wilco zetten duurzame nieuwe panden neer, enzovoort. Ook biedt Printforce met zijn on demand-propositie voorraadloos uitgeven aan en werken beide productiebedrijven gezamenlijk aan software voor automatische herbevoorrading – alles om overproductie tegen te gaan.
Maar: deel zulke kennis meer, vond ook hij en Ringsma. Want alleen vanuit het gesprek daarover, vulde Koolen aan, kun je gezamenlijk initiatieven nemen. ‘In je eentje krijg je weinig gedaan. CB heeft ooit de vertrouwensretour geïntroduceerd. De uitgever crediteert dan de retouren zonder dat de boekhandel boeken fysiek hoeven terug te sturen. Dat werd amper gebruikt. Ook hebben we een financiële prikkel gegeven op oude opslag, zodat uitgevers daar meer op zouden sturen. Daar werd eigenlijk niet op gereageerd.’
Alleen af en toe kan een bescheiden samenwerking in combinatie met marktmacht verschil maken. ‘Wij wilden 19 jaar geleden al dat uitgevers hun aanbiedingsfolders alleen digitaal verstuurden’, vertelde Prenger. ‘De software was er toen al om vanuit digitale bestanden meteen te bestellen, maar we zetten niet door omdat de informatiestroom nog duur was. Tot een uitgever zei: wat als wij de folders niet meer drukken? Toen hebben we tegen iederéén gezegd dat we geen papier meer accepteerden. Er was veel weerstand, maar die was ook snel weg. En nu zijn we af van drie keer per jaar in iedere boekhandel een stapel papier van anderhalve meter hoog.’
Het eensgezindst bleek het panel te zijn over het belang van betere spreiding van titels en beperking van het aanbod. Stuk voor stuk onderschreven de vijf de noodzaak hiervan. Moet bijvoorbeeld iedere titel, ook de midprice-editie van een bescheiden seller, op dinsdag uitkomen in een poging de Bestseller 60 te halen? ‘Het is prettiger als dat beter verspreid wordt over de week’, zei Koolen van CB. ‘Dan kunnen we dat beter plannen én je voorkomt dat de pieken op maandag en dinsdag extra druk op de machinerie legt, die daardoor sneller slijt.’
Maar ook hier is meer kennis nodig – en misschien nog meer: verspreiding van die kennis. Welke uitgever weet ruim genoeg van tevoren wat de concurrentie doet om te voorkomen dat hij een al te drukke verschijningsperiode voor zijn titel kiest? Welke uitgever weet precies hoeveel boeken er met recepten voor de airfryer komen om te voorkomen dat hij nummer 33 is? En dan nog: ‘Hoe bepaal je wie wel en wie niet recepten voor de airfryer mag uitgeven?’, zei Spiteri. ‘Je kunt geen loterij organiseren. Ook is er altijd een spanningsveld tussen de trend overslaan omdat er al veel aanbod is, en erop aanhaken omdat het nu eenmaal goed loopt.’
Maar als de branche out of the box denkt? ‘Misschien moeten we stoppen met het systeem dat boekhandels een aantal vaste aansluitdagen bij CB heeft’, wierp Prenger op. ‘CB kan dan zelf op basis van duurzaamheid bepalen wanneer welke boekhandel zijn bestelling krijgt. Vrachtwagens worden beter benut, het aantal af te leggen kilometers wordt geminimaliseerd.’ CB erkende daarover na te denken. Maar, zei Koolen: ‘Grote titels wil iedere boekhandel op de verschijningsdag hebben om klanten niet op dag 1 teleur te stellen.’
Dat legde een brug naar de consument. Op dit moment, wees het onderzoek van Keertij en Arcis Advies uit, laat slechts 2% duurzaamheid meewegen in hun aankoopbeslissing. In een filmpje dat ze aan het begin van het seminar hadden laten zien, illustreerden enkele consumenten dat. Auteur en onderwerp zijn leidend, hooguit kiezen ze een keer voor een tweedehands aanschaf. Tegelijk, zeiden Van Hove en Grobben óók, kan het boekenvak bij uitstek consumenten bewust maken van het belang van duurzaamheid – door er boeken over aan te bieden.
De panelleden legden de nadruk op informatie over de productiewijze. ‘Wij hebben gekeken naar een label dat aangeeft dat een boek lokaal is geproduceerd, met daaraan gekoppeld duurzaamheidseisen’, zei Schuring van Wilco. ‘Helaas mag je dat vanwege Europese regelgeving niet alleen voor Nederland maken.’ Daarom is een makkelijker optie misschien wat Prenger suggereerde: dat CB uitgevers de optie geeft om in de metadata van een titel allerlei informatie mee te geven over de productiewijze. Als consumenten vervolgens in webwinkels zien of laminaat is gebruikt, kunnen ze dat wél laten meewegen.
Ook moet het vak eigen vooroordelen tegen het licht houden. Wil de consument online bestelde titels écht de volgende dag in huis? ‘Er wordt ook vaak gezegd dat een boek allerlei extra’s moet hebben – spot op omslag, druk op snee – anders koopt de consument het niet’, zei Spiteri. ‘Dat is niet altijd waar. Waarom lezen jongeren graag Engelse boeken? Onder andere omdat ze zo lekker floppy zijn. Dat komt omdat er goedkoop 60- of 70-gramspapier is gebruikt. Dus Blossom Books heeft voor 70-grams gekozen – iets waar veel uitgevers niets van moeten hebben, omdat ze zelf 80-grams mooier vinden.’
Wat vonden anderen hiervan? Naast het panel, waarin de hele keten van drukker tot boekhandel aan bod kwam, werd halverwege de discussie ruimte vrij gemaakt voor de perspectieven van twee partijen met een eigen rol in het ecosysteem van het boek. Dat was ten eerste zelfstandig productiebegeleider Tim Beijer. Wat kan volgens hem een ontwerper bijdragen aan verduurzaming van het boekenvak? Daarna vertelde collectieadviseur David Rozema van Probiblio hoe bibliotheken met dit onderwerp bezig zijn.
Beijer pleitte boven alles voor standaardisatie. ‘Veel ontwerpers zoeken papier bij hun ontwerp. Draai het eens om: kijk eerst naar de mogelijke papierformaten en maak daar een ontwerp bij. Drukkerijen hebben veel standaarden ontwikkeld om het snijverlies te minimaliseren. Gebruik die. Als een opdrachtgever de wens heeft om 180 bij 240 millimeter te gebruiken, leg dan ook uit dat ze bij de standaard van 170 bij 240 millimeter 20% minder productiekosten hebben.’ En: stop met productie in het buitenland. ‘Als iets belastend is voor het milieu, is het transport. Beperk dat zo veel mogelijk.’
Rozema legde uit dat niets zo duurzaam is de bibliotheek. Al decennia voor bedrijven als Airbnb en Uber het tijdperk van de deeleconomie inluidden, zorgde de bibliotheek ervoor dat één exemplaar meerdere keren wordt gelezen. ‘Door allerlei technieken als floaten, ruilen en wisselen zorgen we er ook voor dat de collectie binnen en over vestigingen heen zo goed mogelijk aansluit bij de wensen van onze leden.’ Zo wordt, met andere woorden, voorkomen dat een boek te weinig is uitgeleend op het moment dat deze wordt afgeschreven.
‘Veel bibliotheken hebben de ambitie duurzamer te worden’, zei hij. ‘Ze rijden met elektrische busjes, er wordt duurzaam plastic gebruikt voor het bibliotheekklaar maken van boeken, ze proberen actief een Green Key-certificaat te verwerven én ze dragen met bij de aan het bewustzijn. Een bibliotheek als die in Alphen aan den Rijn noemt zich Huis van de Duurzaamheid. Maar ook voor ons is het soms lastig. Het bioplastic is maar beperkt leverbaar, zodat maar een deel van alle boeken ermee bibliotheekklaar gemaakt kunnen worden.’
Dus wil ook de bibliotheek met andere partijen in de keten optrekken? Vanzelfsprekend, wil hij maar zeggen.
Een fotoverslag van het seminar en aansluitende nieuwjaarsborrel van de CPNB is hier te zien.
Duurzaamheid in de boekensector: vorderingen en kansen
‘Ga vanavond nog aan de slag met Generatieve AI’
Wekelijkse update van de marktcijfers