Leesopvoeding in Nederland

09-09-2024

Aandacht voor leesopvoeding blijft nodig in Nederland. Uit het PIRLS-onderzoek van 2021 blijkt dat de leesvaardigheid én het leesplezier van Nederlandse tienjarigen tussen 2016 en 2021 is gedaald. In de meest recente themameting van het GfK-SMB-kwartaalonderzoek* naar lees-, leen- en koopgedrag van de Nederlandse consument ligt de focus op leesopvoeding. Wat doen ouders van kinderen tot 12 jaar aan leesopvoeding en welke drempels ervaren zij?

Merendeel ouders leest dagelijks voor

Een groot deel van de ouders in Nederland neemt actief deel aan de leesopvoeding van hun kinderen. 82% van de ouders leest tenminste wekelijks samen met hun kind; 65% doet dit zelfs dagelijks. Ouders die zelf veel lezen, lezen ook vaker met hun kind. De frequentie van het voorlezen is sinds 2017 niet veranderd – ook toen las 82% van de ouders wekelijks voor. Ouders van jongere kinderen (0-5 jaar) lezen vaker voor aan hun kinderen: 77% doet dit minstens drie keer per week, vergeleken met 28% van de ouders van kinderen van 6-12 jaar.

Vanaf de leeftijd van 6 jaar beginnen kinderen interesse in lezen te verliezen; tegelijkertijd neemt ook de aandacht voor leesopvoeding af met een stijgende leeftijd. 92% van de ouders van 6- tot 7-jarigen zeggen aandacht te besteden aan leesopvoeding; van de kinderen van die leeftijd heeft 16% geen interesse in lezen. Van ouders van 12-jarige kinderen besteedt nog maar 49% aandacht aan leesopvoeding en in 42% van de gevallen heeft het kind geen interesse in lezen. Hier bestaat een verschil tussen jongens en meisjes: Ouders van meisjes (67%) geven vaker aan dat hun kind graag leest vergeleken met ouders van jongens (60%).

Een aanzienlijk deel van de ouders (41%) zou graag meer tijd besteden aan de leesopvoeding. Vooral ouders van kinderen van 6-12 jaar ervaren drempels om dit te doen, zoals de afleiding van schermen (49%) en andere activiteiten (47%), en het idee dat hun kind lezen saai vindt (23%).

Ouders vinden leesopvoeding belangrijk

Het overgrote merendeel (92%) van de ouders vindt leesopvoeding belangrijk. Lezen wordt door ouders gezien als een van de belangrijkste activiteiten: 74% van de ouders vindt dit belangrijk. Samen met buitenspelen en sporten (75%) zien ouders lezen als belangrijkste activiteit voor hun kinderen. Ouders die zelf veel lezen, vinden leesopvoeding belangrijker dan ouders die zelf minder vaak lezen; deze regelmatige lezers vinden lezen nog belangrijker voor hun kind dan buiten spelen of sporten. Toch vinden ook veel ouders die zelf niet vaak lezen voorlezen leuk (71%) en belangrijk (64%).

Ouders die in hun jeugd zelf zijn voorgelezen, vinden het leuker om hun eigen kinderen voor te lezen en hebben vaker een vast voorleesmoment dan ouders die in hun eigen jeugd niet zijn voorgelezen. Ze hechten ook meer waarde aan leesopvoeding. Ouders zeggen voornamelijk aandacht te besteden aan leesopvoeding omdat het goed voor de taalontwikkeling, leerzaam en belangrijk voor de toekomst is. Tweederde van de ouders van jongere kinderen (0-5 jaar) zegt ook dat zij aandacht besteden aan leesopvoeding omdat het kind het leuk vindt om voorgelezen te worden. Bij ouders van kinderen van 6-12 jaar is dit slechts eenderde.

Bibliotheek speelt grote rol bij informatievoorziening

81% van de respondenten bezoekt wel eens samen met hun kind de bibliotheek, voornamelijk voor het lenen en terugbrengen van boeken. De bibliotheek speelt voor veel ouders een belangrijke rol bij de leesopvoeding. Het is de belangrijkste bron van kinderboeken: 52% van de ouders leent boeken bij de bibliotheek. Andere belangrijke veel voorkomende manieren om aan kinderboeken te komen zijn cadeaus (42%) en de fysieke boekwinkel (40%). Als het gaat om informatievoorziening over tips voor kinderboeken en leesopvoeding, speelt de bibliotheek bovendien de grootste rol. 38% van de respondenten zegt daar informatie vandaan te halen. Op de tweede plaats staat de fysieke boekwinkel (25%).

Leesopvoeding door vaders en moeders

Op basis van het onderzoek voert KVB Boekwerk een extra analyse uit over het verschil tussen vaders en moeder als het gaat om activiteiten rondom leesopvoeding. Ondernemen vaders meer, minder of andere leesactiviteiten met hun kinderen dan moeders, en hoe is dit gedrag veranderd in de afgelopen 10 jaar? Medio oktober verschijnt het artikel op de KVB Boekwerk website.

* KVB Boekwerk presenteert het onderzoek dat wordt uitgevoerd door GfK in opdracht van de Groep Algemene Uitgevers, Koninklijke Boekverkopersbond, Stichting CPNB, Stichting Lezen en Koninklijke Bibliotheek.

Ook interessant voor u