Leesgedrag in coronatijden
SMB-GfK themameting: digitaal lezen (2020)
Docenten en andere professionele leesopvoeders vinden lezen van belang voor de ontwikkeling van kinderen en zien leesopvoeding als belangrijk onderdeel van hun werk. Toch zou de helft van hen graag meer tijd te besteden aan leesbevordering dan zij nu doen. Dit blijkt uit de 57e meting van het GfK-SMB-kwartaalonderzoek. In deze meting zijn professionele leesopvoeders, werkzaam in de kinderopvang, het primair onderwijs (PO) of het voortgezet onderwijs (VO), bevraagd naar hun eigen leesgedrag, hun leesbevorderend gedrag en hun houding ten aanzien van lezen en leesbevordering.
De leesopvoeders zijn het erover eens: lezen is belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen, maar ook voor hun persoonlijke ontwikkeling en schoolprestaties. Negen op de tien ondervraagde leerkrachten in het PO en VO zeggen dan ook (veel) aandacht te besteden aan leesbevordering. Dit gebeurt in het PO voornamelijk door voor te lezen (92%), te praten over boeken (77%) en leerlingen vrij te laten lezen (73%). In het VO zijn andere leesbevorderingsactiviteiten populair: daar wordt voornamelijk veel aandacht besteed aan praten over boeken (79%), geven van boekentips (76%) en helpen van leerlingen bij hun keuze voor titels voor de leeslijst (73%).
De ruime meerderheid van taaldocenten in het PO en VO vindt het belangrijk dat leerlingen plezier hebben in lezen en doet zijn best om de leerlingen te motiveren om meer te lezen. Niet alle kinderen vinden lezen echter leuk. Een derde van de taaldocenten ervaart problemen bij het stimuleren van lezen bij kinderen. Voor taaldocenten in het VO is dit zelfs ruim 60%. Zij geven ook vaker aan dat leerlingen zelf geen interesse hebben in lezen (32% t.o.v. 14% van de docenten in het PO).
Ruim de helft van de taaldocenten in het VO kan zich niet vinden in het leesbevorderingsbeleid van scholen. Slechts een kwart van hen vindt de vaste of verplichte leeslijst een goed middel om leerlingen te laten lezen en maar liefst 80% zou extra middelen en ideeën voor leesbevordering enorm op prijs stellen. Ook werk- en tijdsdruk zorgen ervoor dat men minder tijd aan leesbevordering besteedt dan gewenst.
Leesopvoeders in de kinderopvang (75%) en docenten in het PO (80%) zijn tevredener met het schoolbeleid.
Professionele leesopvoeders zijn zelf over het algemeen frequente lezers. Dit geldt voornamelijk voor de taaldocenten in het VO: van hen leest bijna de helft dagelijks in een boek. Leesopvoeders lezen – net als de gemiddelde Nederlander – vooral om te ontspannen. Daarnaast lezen taaldocenten uit het PO en VO ook relatief vaak om boeken te leren kennen ten behoeve van de leerlingen.
* KVB Boekwerk presenteert het onderzoek dat wordt uitgevoerd door GfK in opdracht van de Groep Algemene Uitgevers, Koninklijke Boekverkopersbond, Stichting CPNB, Stichting Lezen en Koninklijke Bibliotheek.
SMB-GfK themameting: digitaal lezen (2020)
GfK=onderzoek: trends in digitale media (2018)
SMB-GfK themameting: digitaal lezen (2018)