Hoe leesgedrag is veranderd door corona

02-06-2022

De coronalockdowns – die uithuizige culturele vrijetijdsactiviteiten bijna onmogelijk maakten – hebben ervoor gezorgd dat er niet alleen meer boeken zijn verkocht, maar dat er ook vaker is gelezen. In dit artikel geven wij antwoord op de vraag in welke mate er meer wordt gelezen en door wie. Wij gebruiken hiervoor een databron van onderzoeksinstituut Centerdata, het LISS-panel. Het artikel bestaat uit de belangrijkste ontwikkelingen opgesomd met daaronder een dashboard. Onderaan het artikel staat meer informatie over de onderzoeksmethode en de nieuwe databron.    

Let op: de data in dit artikel gaan niet specifiek over boeken lezen, maar over lezen in het algemeen. Het kan dus ook gaan om het lezen van kranten, tijdschriften e.a.

Verschuivingen in leesgedrag

In 2018 heeft KVB Boekwerk in samenwerking met Stichting Lezen en onderzoeker Frank Huysmans (WareKennis onderzoek en advies) geanalyseerd hoe het leesgedrag zich in de periode van 2009 tot en met 2018 heeft ontwikkeld. De databron van deze analyse waren de consumentenonderzoeken van Stichting Marktonderzoek Boekenvak (SMB). Op basis van deze bron constateerden wij dat het aandeel Nederlanders dat nooit een boek leest ongeveer gelijk is gebleven: dit percentage schommelt rond de 12%. Bij een deel van de Nederlanders vond een verschuiving plaats: van wekelijks geregeld boeken lezen naar maandelijks incidenteel boeken lezen. Waar in 2009 nog 51% van de Nederlanders tot de geregelde en frequente lezers behoorde, was dat in 2018 gedaald naar 43%. Het aandeel incidentele lezers was daarmee juist toegenomen, van 38% naar 48%. De vraag die dit artikel beantwoordt is of er door corona meer incidentele of juist meer frequente lezers zijn bijgekomen.

Reeks artikelen

KVB Boekwerk zal in samenwerking met Stichting Lezen meerdere secundaire analyses verrichten op de LISS-databestanden. In een reeks artikelen zullen wij onze analyses met de boekensector delen. Dit jaar verschijnen er nog drie artikelen die gaan over de financiële situatie van lezers, de persoonlijke eigenschappen van lezers en tot slot de familie en leefomstandigheden van lezers.  

Vijf groepen op basis van leesgedrag

In de vragenlijst over vrijetijdsgedrag wordt gevraagd naar leesfrequentie (hoe vaak in de week) en naar de duur van het lezen op dagen dat er wordt gelezen op die dagen. Op basis hiervan zijn vijf groepen gevormd:  

1. Niet-lezers: Nederlanders die in de afgelopen 12 maanden in hun vrije tijd niet regelmatig hebben gelezen.
2. Soms, kort: Nederlanders die regelmatig, maar minder dan 4 dagen in de week lezen en op deze dagen daar 90 minuten of minder aan besteden.
3. Soms, lang: Nederlanders die regelmatig, maar minder dan 4 dagen in de week lezen en op deze dagen daar meer dan 90 minuten aan besteden.
4. Vaak, kort: Nederlanders die regelmatig, en 4-7 dagen in de week lezen en op deze dagen daar 90 minuten of minder aan besteden.
5. Vaak, lang: Nederlanders die regelmatig, en 4-7 dagen in de week lezen en op deze dagen daar meer dan 90 minuten aan besteden.

Hierbij het gaat om lezen in het algemeen. Dit kan betekenen het lezen van boeken, maar ook het lezen van kranten, tijdschriften, e.a.

Figuur 1 Schematisch weergave vier groepen lezers

 

Cultuurdeelname geclusterd in vier groepen

De LISS-vragenlijst over het vrijetijdsgedrag omvat tal van vragen die gaan over uithuizige cultuurdeelname zoals bioscoopbezoek, bibliotheekbezoek, schouwburgbezoek en concertbezoek. Het gaat om 14 variabelen. Om deze mate van informatie terug te brengen zodat deze eenvoudiger te begrijpen is, is een latente klassenanalyse (LCA) uitgevoerd. Dit is een statistische methode om op basis van een groot aantal kenmerken – hier dus veertien soorten cultuurdeelname –   een beperkt aantal achterliggende (latente) groepen te idenficeren. De analyses voor cultuurdeelname hebben vier groepen opgeleverd die over de meetjaren tot en met 2019 heen opvallend constant zijn gebleven, en waarvan de relatieve grootte in 2020 en 2021 is veranderd vanwege de lockdowns.

1. Cultuurmijders: mensen die nooit of incidenteel een culturele instelling, voorstelling of evenement bezoeken.
2. Bezoekers traditionele cultuur: mensen met een duidelijke voorkeur voor traditionele/klassieke kunsten en (erfgoed)instellingen, zoals klassieke muziek, opera, galeries en musea.
3. Bezoekers populaire cultuur: mensen met een duidelijke voorkeur voor moderne/populaire cultuuruitingen, zoals diverse vormen van populaire muziek en jazz, musical, dance(- evenementen), film en foodfestivals.
4. Culturele omnivoren: mensen die (bijna) alle onderscheiden soorten kunst, cultuur en erfgoed bezoeken, zowel traditionele/klassieke als moderne/populaire vormen.

Genres met een * differentiëren niet eenduidig naar traditioneel versus populair, omdat er zowel klassieke als moderne vormen en inhouden zijn.

  • Traditionele cultuur: theater*, klassiek concert, opera/operette, dans/ballet*, bibliotheek*, filmhuis*, galerie, museum.
  • Populaire cultuur: theater*, cabaret, pop/jazz/hiphop/musical, dans/ballet*, dance/house, bibliotheek*, bioscoop, filmhuis*, filmfestival, food festival.

De belangrijkste resultaten opgesomd

  • Voor corona zei 35% van de Nederlanders (leeftijd 15+)niet regelmatig te lezen in de vrije tijd. Na corona is dit aandeel niet-lezers gedaald naar 25%. Anders geformuleerd: het aandeel Nederlanders dat in de vrije tijd leest is in de coronajaren 2020 en 2021 gestegen van 65% naar 75%.
  • In de jaren 2020 en 2021 is waarschijnlijk als gevolg van de coronalockdowns vooral een afname van niet-lezers onder de jongere leeftijdsgroepen (15-44 jaar). Zo is het aandeel niet-lezers onder 15-24 jarigen gedaald van 53% in 2019 naar 37% in 2021. Voor 25-34 jarigen geldt een daling van 46% naar 32% en voor 35-44 jarigen een daling van 45% naar 34%.
  • Vergeleken met andere opleidingsniveaus zijn vooral mensen met havo en mbo als hoogst voltooide opleiding in de coronajaren meer gaan lezen. Zo is het aandeel niet-lezers onder de mbo’ers gedaald van 44% in 2019 naar 31% in 2021.   
  • De stijging van het deel lezers is het grootst bij Nederlanders met een niet-westerse achtergrond: gestegen van 47% in 2019 naar 62% in 2021.
  • De niet-lezers van voorheen zijn sindsdien vooral soms en kort gaan lezen.
  • Liefhebbers van klassieke cultuur en de culturele omnivoren lezen het meest. Bijvoorbeeld, het aandeel niet-lezers is onder deze twee groepen respectievelijk 7% en 6%. Bij cultuurmijders en liefhebbers van populaire cultuur is het aandeel niet-lezers respectievelijk 30% en 19%. Ook het aandeel lezers dat vaak en lang lezen ligt bij de eerste twee groepen veel hoger (beide 30%) dan bij de laatste groep (respectievelijk 19% en 14%).
  • Een vijfde van de Nederlanders leest vaak en lang: vaker dan 3 dagen in de week meer dan 1,5 uur per dag. De grootte van deze groep is sinds 2017 jaarlijks licht toegenomen (hun aandeel is gegroeid van 18% in 2017 naar 21% in 2021).
  • Meer vrouwen lezen in hun vrije tijd dan mannen. Het aandeel lezers is onder vrouwen 81% en onder mannen 68%. Daarnaast is het aandeel lezers dat vaak en lang leest onder vrouwen (22%) groter dan onder mannen (19%). Ook is het aandeel lezers dat vaak en kort leest onder vrouwen (15%) groter dan onder mannen (10%).
  • Oudere leeftijdsgroepen lezen meer dan jongere leeftijdsgroepen. Het verschil is het grootst bij de categorie vaak en lang lezen. Van de 65-plussers leest maar liefst 38% vaak en lang, bij jongere leeftijdscategorieën is dat tussen de 4% en 12%.
  • De groep niet-lezers is het grootst onder laagopgeleiden (basisschool, vmbo en mbo). De groep niet-lezers is het kleinst onder havo, vwo en hbo en wo.
  • De hogere inkomensgroep bestaat uit relatief meer lezers die vaak en lang lezen dan het geval is in de lagere inkomenscategorieën.
  • Er bestaan geen grote verschillen in het leesgedrag van inwoners van niet tot zeer sterk stedelijk gebied.

Dashboard

Onderzoeksverantwoording

Een andere databron 

Doelstelling van de analyse is om voor de periode 2017-2021 na te gaan of en vooral ook bij wie het leesgedrag is veranderd. Voor deze analyse gebruiken wij een andere bron dan de  consumentenonderzoeken van SMB. Als non-profitkennisinstituut heeft KVB Boekwerk toestemming gekregen om secundaire analyses uit te voeren op de panel-databestanden van LISS. LISS staat voor Langlopende Internet Studies voor de Sociale wetenschappen en is in beheer bij onafhankelijk onderzoeksinstituut Centerdata uit Tilburg. Het LISS-panel bestaat uit ongeveer 7.500 panelleden uit 5.000 huishoudens. Het panel bevat mensen uit alle lagen van de Nederlandse bevolking. Het panel is bij uitstek geschikt voor onderzoek waarbij een goede vertegenwoordiging van de Nederlandse bevolking van groot belang is. Het panel is probability-based, wat betekent dat het gebaseerd is op een reële kanssteekproef van huishoudens uit het bevolkingsregister van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit betekent dat iedereen in Nederland die 15 jaar of ouder is een even grote kans heeft om gevraagd te worden voor het onderzoekspanel. Zelfaanmelding is niet mogelijk. Zo wordt de samenstelling en representativiteit van het panel gewaarborgd. Daarnaast kunnen panelleden die moeite hebben met lezen aangeven dat zij telefonisch geënquêteerd willen worden.

Dataverrijking 

Elk jaar neemt Centerdata acht longitudinale kernvragenlijsten af in het LISS-panel. Deze vragenlijsten worden sinds 2007 jaarlijks afgenomen. Het veldwerk vindt in oktober en november plaats. Door herhaalde metingen van dezelfde set variabelen voor dezelfde personen en huishoudens worden er jaarlijks gegevens verzameld. Er wordt – rekening houdend met de onvermijdelijke uitval van panelleden – met dezelfde panelleden gewerkt. Zo kunnen er in de loop van de tijd trends worden gemeten. De acht kernvragenlijsten hebben allemaal verschillende thema’s. Het belangrijkste thema voor ons is ‘Vrije tijd, hobby’s en vrijetijdsbesteding’, omdat in de vragenlijst bij dit thema wordt gevraagd naar het lezen van boeken. Er wordt zowel gevraagd naar frequentie van lezen als naar de duur. De andere thema’s van de kernvragenlijsten gaan over ‘Familie en huishouden’, ‘Financiën en economische situatie’, ‘Persoonlijke eigenschappen, karakter en sociaal gedrag’, ‘Normen en waarden’, ‘Religie en geloof’, ‘Gezondheid’ en ‘Leefomstandigheden, werk en scholing’.

Koppelen van data

De basis van onze analyse is de data uit de kernvragenlijst die gaan over het vrijetijdsgedrag. Dit artikel gaat hierover. Het interessante is dat de data uit de andere zeven kernvragenlijsten gekoppeld kunnen worden aan de data uit de vragenlijst over vrijetijdsgedrag. Hiermee ontstaat een uitgebreide database met informatie over verschillende typen lezers. Daarnaast worden de data over verschillende jaren in dezelfde maanden verzameld zodat er trends beschreven kunnen worden.

Verschillende steekproeven

Om het leesgedrag van Nederlanders te monitoren gebruikten wij eerder de onderzoeksresultaten die afkomstig zijn van onderzoeksbureau GfK (zie bijvoorbeeld het artikel Wie is de lezer). Deze halfjaarlijkse onderzoeken worden uitgevoerd in opdracht van Stichting Marktonderzoek Boekenvak (SMB). In dit artikel gebruiken wij LISS-data om trends in het leesgedrag te beschrijven. Zowel GfK als LISS gebruiken respondentenpanels om onderzoeksdata te verzamelen. Toch kunnen de onderzoeksresultaten niet zomaar met elkaar worden vergeleken. Dit heeft verschillende redenen, bijvoorbeeld:  

  • Verschillen in samenstelling van de panels. Bij de manier waarop LISS het panel samenstelt (op uitnodiging), is de kans groter dat de groep respondenten min of meer representatief is voor de populatie dan bij GfK (access panel).
  • Verschillen in inspanningen die wordt gedaan om de respons te bevorderen: aantal pogingen/herinneringen, vorm van de beloning et cetera.
  • Verschillen in vraagstelling.

Ook interessant voor u