Interview Jurriaan Rammeloo
Door: Maarten Dessing, 12 juli 2016
Jurriaan Rammeloo (KVB Boekwerk) ‘Er is best veel harde data in het vak aanwezig’
INTERVIEW VAN DE DAG – Jurriaan Rammeloo is de eerste programmaleider van KVB Boekwerk, het kennis- en innovatiecentrum van het boekenvak. ‘Rond de Frankfurter Buchmesse willen we een eerste beeld schetsen van hoe de sector er in cijfers uit ziet’, zegt hij.
Met Rammeloo heeft het boekenvak iemand binnengehaald die zijn sporen heeft verdiend in de cultuursector. De kunsthistoricus was onder meer zakelijk leider van Cinekid en het Nederlands Filmfestival. Hij raakte bij KVB Boekwerk betrokken toen collega Margot Gerené van adviesbureau Blueyard was gevraagd een verkennend onderzoek te doen naar de totstandkoming van een kennis- en innovatiecentrum in het boekenvak. Hij stond haar bij nadat hij zelf in november vorig jaar begon bij Blueyard.
Heeft het boekenvak haar kennis- & innovatiecentrum alleen maar te danken aan minister Bussemaker van OCW?
‘Eigenlijk niet. De vraag van de minister was een katalysator. Tijdens onze ronde langs alle stakeholders bleek hoe breed de wens werd gedragen om een kennis- en innovatieplatform op te richten. Iedereen vindt het goed dat de aanwezige kennis binnen het vak wordt gedeeld en dat de boekensector daarmee goed en stevig wordt neergezet.’
De minister wilde het centrum hebben om de werking van de wet op de vaste boekenprijs inzichtelijk te maken. Maar de term ‘vaste boekenprijs’ kom ik op de site van KVB Boekwerk niet tegen.
‘De laatste evaluatie van de wet en het gesprek tussen de minister en het vak dat daaruit voortvloeide, was inderdaad de aanleiding om het platform op te richten. Maar het platform gaat om meer. Het gaat erom dat we de economische, culturele en maatschappelijke waarde van het boekenvak in beeld brengen en dat we laten zien dat we als boekenvak ook innoveren. Het is natuurlijk wel mogelijk dat het ministerie van OCW de gegevens die wij uit de markt halen gebruikt voor de evaluatie van de wet op de vaste boekenprijs.’
Hoe gaat KVB Boekwerk de economische, culturele en maatschappelijke waarde van het boekenvak aantonen?
‘Onze eerste prioriteit is het opstellen van een monitor. Daarvoor verzamelen we kengetallen over de keten. Dus niet heel diepgaand over schakels, zoals de uitgeverij of de boekhandel, maar de keten als geheel. Daarmee willen we laten zien hoe groot de keten is, hoeveel mensen er werken, wat de omzet ervan is, maar ook hoe hij functioneert. De monitor zal aanvankelijk kerngegevens bevatten, maar wordt stap voor stap uitgebreid. Daarnaast gaan we in geregelde rapportages trends en ontwikkelingen duiden en een innovatieagenda opstellen, om de innovatiekracht te laten zien en te versterken. Het gaat er vooral om dat we met KVB Boekwerk verbindingen leggen tussen de kennis die bij alle ketenpartners aanwezig is, zodat we een nog beter beeld krijgen van de gehele keten en welke trends en ontwikkelingen voor het vak relevant zijn.’
Met het opstellen van de innovatieagenda bent u al begonnen. Vorige week was een eerste bijeenkomst.
‘Inderdaad. We hadden een voorbereidende bijeenkomst met uitgevers en boekhandelaren, maar ook mensen uit de buitenranden van het boekenvak. Denk aan mensen die multimediaal werken, vanuit storytelling bezig zijn, technologische innovaties voorop stellen of met marketingexpertise naar het vak kijken. We hebben verkend wat de relevante trends en thema’s zijn die we verwerken tot een aantal onderwerpen. Dat wordt onderdeel van de innovatieagenda waarover we een aantal bijeenkomsten zullen organiseren met het hele veld.’
Gaat u ook eigen onderzoek doen?
‘We maken nadrukkelijk gebruik van wat er al is. Ook dat bleek uit de ronde langs stakeholders. “Alsjeblieft,” zei iedereen, “niet wéér een instituut.” Dat kan ook goed omdat er best veel harde data in het vak aanwezig is bij partijen als CB, KB en SMB. Ik ben daarvan onder de indruk. Alleen als informatie nergens te krijgen is, kunnen wij daar zelf onderzoek naar doen.’
Kan KVB Boekwerk autonoom beslissen wat het dan onderzoekt?
‘Ik stem dat als programmaleider af met onze kernpartners. Dat zijn de GAU, KBb, CPNB, Stichting Lezen en Nederlands Letterenfonds. In deze aanloopfase stem ik bovendien veel af met de Raad van Advies van de KVB, waar allerlei partijen en ondernemingen zitting in hebben. Dit omdat we echt met de sector willen samenwerken.’
Is er ook voldoende budget voor eigen onderzoek?
‘Wij worden deels gefinancierd met projectbijdragen vanuit OCW en structureel door de partners van de KVB. Binnen het budget – geen grote, maar adequate bedragen – zijn deelbudgetten gereserveerd voor het opstellen van de monitor, het duiden van trends en ontwikkelingen en het organiseren van innovatiebijeenkomsten.’
Wanneer kan het vak voor het eerst resultaten van KVB Boekwerk tegemoet zien?
‘In oktober, rond de Frankfurter Buchmesse, willen we een eerste beeld schetsen van hoe de sector er in cijfers uit ziet. Dat is het streven.’
En is er daarna budget om dat beeld – en andere conclusies van KVB Boekwerk – breed onder de aandacht te brengen van de buitenwereld?
‘Ook daarin werken we zo veel mogelijk samen met onze partners. Als wij bijvoorbeeld een rapport hebben gemaakt over het belang van leesbevordering voor de keten brengen we dat samen met Stichting Lezen naar buiten. Alle partners hebben marketing- en communicatiemedewerkers in dienst. Dat is ook goed. Wij willen onszelf niet institutionaliseren. Wel zullen we af en toe eigen publicaties naar buiten brengen.’
Tot slot. Hoe bent u de eerste programmaleider geworden?
‘Er was een vacature, maar de geschikte kandidaat kwam niet voorbij. Om vaart te kunnen maken, hebben we toen besloten daar niet op te wachten. Er moet nu veel opbouwwerk worden gedaan. Ik heb dat opgepakt omdat ik inmiddels was ingewerkt, maar ook omdat ik ervaring heb met een monitor en het proces daaromheen. Ik heb voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een project gedaan over het benchmarken van gemeenten ten opzichte van elkaar en het monitoren van beleid dat het Rijk aan gemeenten heeft gedelegeerd.’